Wil je me dragen

Wil je me dragen

Ik durf het bijna niet te vragen
blijf je even naast me staan
het is al die tijd vanzelf gegaan
maar ineens werd ik verslagen
de tijd lijkt te vertragen
al wat ik hoor nu is nog ruis
ik durf het bijna niet te vragen maar
wil je me dragen

de nachten en de dagen
ze komen en ze gaan
en dat is al die tijd vanzelf gegaan
en ineens is dat beschadigd
de lichaam voelt begraven
onder stof en onder gruis
ik durf het bijna niet te vragen maar
wil je me dragen
draag je mij naar huis
draag me alsjeblieft naar huis

al dat rennen, al dat jagen
ik kan alleen nog maar hier staan
het is toch al die tijd vanzelf gegaan
hoe kon dat nou vervagen
wil je even niets meer van me vragen
leid me weg uit alle drukte, het gedruis
ik heb geen kansen meer te wagen wil je
iedereen verjagen, hou me vast
wil je me dragen, ja;
draag mij maar naar huis

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Rits

Rits

ik doe mijn jas dicht
zit mijn rits vast 
Ik doe mijn jas dicht 
jongens, zit mijn rits vast  
net zo’n stukje van het stof   
het wil gewoon geen kant meer op  
ik doe mijn jas dicht   
en nou zit mijn rits vast  

trek aan het lipje
maar zit muurvast
ruk aan het lipje
maar echt het zit echt muurvast
de stof zit ergens opgefrot
ik trek het lipje ook kapot
ik heb geen lipje meer
en mijn rits zit muurvast

dus 

mijn jas zit echt dicht
en mijn rits vast
mijn jas zit echt dicht
en mijn rits zit echt vast
de stof zit klem en opgefrot
en ook het lipje is kapot
mijn jas zit echt dicht
en mijn rits zit echt vast

mijn rits zit echt vast
en ik heb geen lipje meer
mijn rits zit echt vast
en ik heb geen lipje meer
de stof opdoppedoppefrot
en me lippie is kapot
…. laat maar

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Mijn geluk

Mijn geluk 

dat jij geen geld meer hebt
niet weet hoe je je hypotheek nog moet betalen
je zit te wachten op de dag
dat de bank je hele huis leeg halen zal
dat jij niet slaapt omdat je niet weet
of je kindje morgen wel kan eten
mocht je het zelf zijn vergeten
dat heb je nu duizend keer verteld 
dus ja, dat wist ik al

en ja, ik weet dat er geen uitweg is
maar wil je samen zitten kniezen?
mijn God, dat gaat toch helemaal verkeerd
ik begrijp dat het niet mee zit
maar moet ik mee in jouw verdriet
totdat we alle twee zijn weggeteerd?

dat jij moet vluchten voor geweld
dat heel jouw land aan stukken wordt geschoten
en dat het land waarnaar je vluchtte
jou en je gezin afstoten zal
dat jij niet slaapt omdat je niet weet
of je morgen wel kunt eten
mijn God, dat zie ik overal
je denkt ‘dat zal ze wel niet weten’
maar jawel, dat wist ik al

en God weet dat ik helpen wil
ik ben heus met je begaan
maar ik weet serieus gewoon niet hoe
moet dat er steeds maar worden ingewreven
moet men me steeds weer om de oren slaan
met vragen of ik ook iets voor mijn medemensen doe? 

gun mij mijn geluk
moet ik dan continu gebukt gaan
onder ieder anders juk
gun mij mijn geluk
het spijt me zeg
dat ik het wel
heb getroffen in het leven
maar gun mij nou even
mijn geluk

en ik ben altijd aardig
ik ben altijd heel erg super aardig
altijd aardig, ook al lukt het eigenlijk niet
ja, dat ben ik
en ik kan ook heel goed luisteren
ik luister altijd naar verhalen over dood, verderf, verlies en weet ik wat al niet meer
maar het houdt ergens op een keer
op die grens daar sta ik

dus ga weg met je collectebus
ga weg met je verhaal
morgen zal ik er heus weer voor je zijn maar
ga nu maar weg met al je wensen
ik ben ook maar een mens en
nu is het gewoon heel even klaar

dit is mijn geluk
dus donder op met je klimaatproblemen
het interesseert me echt geen fuck
blijf eraf, mijn geluk
neem morgen maar weer alles mee
maar vandaag, oh nee, nee, nee
mij krijg je vandaag niet stuk
morgen weer, morgen heb ik weer volkomen medeleven
maar gun mij vandaag nou even
mijn geluk 

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Kom naar buiten

Kom

hé, kom dat bed uit
kom mee naar buiten
ik zal niets van je vragen dan te voelen
dat de wind je door de haren aait
kom die kamer uit
laat mij nu je boeken sluiten
je hoeft niet ver
maar kom met mij mee naar buiten

ik weet dat alles aan je mouwen trekt
ik weet dat alles naar je schreeuwt
dat wat de moeite leek is weggelekt
en dat al het moois is ingesneeuwd
en ik weet dat ik te veel ben
en ik weet dat alles weegt
en ik weet dat jij niet eens meer weet
hoe je de tranen van je wangen veegt

maar kom naar buiten
laat het denken aan de wind
laat je sturen als een kind
dat van geen zorgen nog wist
kom mee naar buiten
in de kou en door de ochtendmist
kijken we naar het ochtendgloren
alsof we niets hebben verloren
nooit een misstap, nooit een risico
ik mis je zo

nou, kom dat bad uit
kom mee naar buiten
je hoeft me niets te zeggen
dat je liever verzwijgen wilt
je hoeft heus geen lied voor me te schrijven
geen brieven en geen boek
al kom je enkel tot de hoek
al wil je uren buiten blijven

ik zal niets van je vragen
dan te voelen dat de wind je door de haren aait

maar kom naar buiten
laat je wassen door de regen
wie weet kom je iets tegen
dat weer maakt dat je wat voelt
kom mee naar buiten
totdat je handen onderkoeld
weer zullen branden van verlangen
en jij met de kleur weer op je wangen
tegen mijn schouder aan komt hangen
en in een ogenblik aarzelend naar mijn vingers zoekt en zegt
ik heb dit zo gemist

nou
kom dat bed uit 

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Jas

JAS

vanochtend had alles nog een plaats
hoeveel ik van je hou
dat zat in jouw gewassen kleren
in het kammen van je haar
het was mijn liefde die ik met de boter
op je brood kon smeren
ik deed in een doosje
in je rugzak
en zo stond het voor je klaar

vanochtend had alles nog een plaats
het leven dat ik had
dat zat in al jouw kleine dromen
in jouw weken in één dag
het was een grenzeloos vertrouwen
in dat alle tijd nog voor ons lag
een verwaand ervan uit gaan
dat het beste
nog zou komen

en nu
staar ik
naar mijn handen
en daar
ligt nog
jouw
jas

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Cassettebandje

Cassettebandje


er zit een oud cassettebandje in mijn hoofd
ik weet niet precies hoe of het daar ooit is gekomen
maar er ligt een uiterst waardevol bezit in opgenomen
het geeft iets terug waarvan ik eerder werd beroofd

soms is het daar als alle lichten zijn gedoofd
of soms wanneer ik simpelweg sta af te wassen
zelfs wanneer ik op een feestje ben kan het me plots verrassen
dan zijn daar enkel nog die woorden in mijn hoofd

En je gezicht komt dan vanzelf, al duurt het even,
in een reeks van traag bewegende portretten:
ik zie je weer de tafel dekken, lachen en koffie zetten 
als stond je hier nu voor me weer tot leven

ik heb een tijd als een soort van spel
om mij van jouw aanwezigheid te kunnen vergewissen
het bandje steeds teruggespoeld
en dat hielp, onbedoeld,
zelfs tegen het al te grote missen

maar toen het leven zogezegd
weer haar positie had veroverd
en dat bandje voor een poos
in de vergetelheid geraakt
bleken de dagen ongemerkt 
je stem te hebben weggetoverd
en je gezicht tot een vertroebeld
aquarelletje gemaakt

de paniek maakte zich van mij meester
god wat heb ik toch gedaan
het bandje met een spelletje versleten
ik ben te nonchalant geweest
er moet nog iets van geluid op staan
had ik dit van tevoren maar geweten

er is heel wat geduld en liefdeswerk aangelegen
maar het bandje heb ik kunnen repareren
zelfs in mijn hoofd zit jij gelukkig om een praatje niet verlegen 
en van gemaakte fouten kun je leren

er zit een oud cassettebandje in mijn hoofd
met een niet vanzelfsprekend mooi gegeven
als een kristal moet het soms worden opgewreven
dan blijf jij levensecht in leven in mijn hoofd

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Lijnen

Lijnen

giet mij niet in een vorm die jou past
omtrek mij niet met lijnen
want zet je mij in woorden vast
dan zal ik steeds iets meer verdwijnen

dan zal mijn lijf zichzelf gaan vormen
naar de grenzen van jouw blik
omtrek mij niet met lijnen
die gemaakt zijn van jouw ik

omtrek mij niet met lijnen
één lijn is het begin
en voordat je het door hebt
kleur je mij volledig in

en op een dag besta ik enkel nog
besef je met een schok
uit hoe jij mij wilde zien, de lijn
waarmee je mij omtrok

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Define u

DEFINE U

ok
simpele vraag
komt ie:
wie ben jij?
in één woord
ja, één woord
simpel
wie ben jij?
ach, je maakt jezelf te klein
laat ons helder zijn
al die poespas, al die omslachtigheid
er is maar weinig tijd dus in één oogopslag moet helder zijn
WIE BEN JIJ?
Hm?

ok
simpele vraag
komt ie:
waarom ben jij hier?
en nu in één woord
nee, één woord
simpel
waarom ben jij hier?
ja stop maar; je bent mij al kwijt
laat ons helder zijn
al die poespas en al die omslachtigheid
doe jezelf nou een plezier en denk helder
nou
WAAROM BEN JIJ HIER?

WE WANT TO DEFINE YOU
WE WANT TO DEFINE YOU
WE WANT TO DEFINE YOU

nou
de vraag is simpel
wat is je plan
hm?
wat is je plan
nee:
WAT IS JOUW PLAN
kijk, iedereen heeft een plan
maar als we even naar de toekomst gaan
waar zien we jou dan staan? 

Simpel
WAT IS JOUW PLAN?
en hoe denken we dat plan waar te gaan maken?
hm?
en hoe denken we dat plan dan precies helemaal waar te gaan maken?
en hoe denken wij precies met kop en schouders boven iedereen uit te steken?
hoe onderscheiden wij ons dan?
wat is je plan?
en als zij dan aan ons vragen: wie is zij?
stel je voor
ja
dat zij dan aan óns vragen: wie IS zij?
nou
wat zeggen wij dan?
Hm? Nou?
Wat zeggen wij dan?
hm? Nou?
Dan staan wij met onze bek vol tanden dankzij jou ja
de vraag is dus simpel
wat is je plan
de vraag is dus simpel
WIE BEN JIJ
WAAROM BEN JIJ HIER
WAT IS JE PLAN
HOE ONDERSCHEIDEN WIJ ONS DAN
IN EEN WOORD
WIE BEN JIJ
WE NEED TO DEFINE YOU
WE NEED TO DEFINE YOU
WE NEED TO DEFINE YOU

© Elke Vierveijzer



Elke Vierveijzer
De koning van de Jimmy

De koning van de Jimmy

Hij pakt zijn pakje shag van zijn bureau
een vloeitje rolt hij stevig tot een sigaretje zoals alleen échte mannen van die sigaretjes rollen
dan schuift hij ‘m met één vloeiende beweging tussen zijn met gel gestijfde haren en zijn oor
legt het pakje shag weer terug op zijn bureau
doet de zippo in zijn borstzak
en neemt zijn leren jack

in zijn witte nikees loopt hij nog één keer één rondje door de kamer om te zien of dat hij zeker niets vergeet, dan sprayt hij nog een laatste beetje van zijn allerzwaarste aftershave op de blauwe ader in zijn bleke nek
een laatste blik in het rond, zijn sleutels en terwijl hij nonchalant zijn zwarte leren jack over zijn schouder gooit
propt hij snel nog twee over de datum condooms in zijn zak; je weet maar nooit 🡪

hij start zijn brommer
bij de Bisschop Bekkerslaan linksaf de bocht om
snel nog even langs de Shell die laatst de Tango is geworden
en dan giet hij er voor vijftien euro brommix in
dan via de rotonde direct rechtsaf
bij het pleintje met dat hek
met vijfenveertig strak de bocht door
dan een laatste peutje gas
en dan hoppa! met zijn voorwiel in het fietsenrek

dan langs het reuzenrad, de botsauto’s
de kassa van de nautilus
hij ruikt de zoete geur van suikerspin
hij ziet het knipperende licht
hij hoort “a-a-atentione!”
en “dit moet je v-v-voelen!”
maar zijn blik is maar op één ding gericht

daar staat hij dan, hij sluit zijn ogen
neemt een hele diepe volle teug met adem en zet zijn rechtervoet dan op de eerste tree
dan hop hop hop naar boven
langs de persers, snel de rolbaan en de afzonderlijk bewegende traptreden
dan de schudbrug en de kogel, de draaiende schijven
en in recordtijd is hij beneden
het kan altijd nog beter
maar om zijn lippen speelt een lach
want morgen is er gewoon wéér zo’n dag

Vandaag is hij de koning
een ongekroonde koning
de komende vijf dagen op een rij
is hij gewoon de koning
een ongewone koning
de koning van de Jimmy
dat is hij


zo nonchalant mogelijk zet hij zijn ellebogen op de rode mailing
en tuurt naar het groepje jongens dat zich op hun vaste plek, bij de botsauto's, heeft verzameld
en het naderende clubje meisjes flirtend en al knipogend onthaalt
er worden schouderklappen uitgedeeld, complimenten toegespeeld
door de meisjes wordt weggekeken, gekronkeld, gegiecheld en gekruld
en hoe graag hij ook de tijd even vooruit zou willen willen spoelen
hij zegt binnensmonds tegen zichzelf ‘jouw tijd komt’ en ‘heb geduld’

hij neemt het shaggie dat hij draaide van achter zijn oor en steekt het aan zoals alleen echte mannen hun sigaretjes aansteken
hij ziet de meisjesvoeten zijn kant op draaien, hij telt de stappen van de gympies
1….2….3….4……. tot 10
hij weet het nog precies van vorig jaar; hoe of dat clubje meisjes zich dan tergend langzaam zijn kant op bewoog, hij neemt een diepe, volle teug met adem, tilt zijn borstkas wat omhoog en weet zeker: nu zullen ze hem zien
’nu is het kalm blijven’, denkt hij, maar de blauwe ader in zijn bleke nek begint te kloppen van jewelste
en zichzelf bewust van elke spier trekt hij zijn zwarte leren jack zo traag mogelijk aan
strijkt een slap geworden pluk van zijn vettige kuif al in de verte turend achterover
en drukt dan tussen duim en wijsvinger zijn ‘echte mannen sigaretje’ uit
terwijl hij, onverschillig haast, maar precies zwoel genoeg de kant op kijkt van de meisjes
hij zoekt hun blikken
de condooms
hij voelt ze branden in zijn zak

en daar gaat hij
naar boven
dan hop hop hop langs de persers, snel de rolbaan en de afzonderlijk bewegende traptreden
dan de schudbrug en de kogel, de draaiende schijven
en nog sneller dan hiervoor is hij beneden

en bij de railing ziet hij, hijgend nog, de rokjes van de meisjes
ze lopen slenterend en achteloos en traag aan hem voorbij
hij ziet hun billen bewegen en voelt hoe het in de voegen van zijn broek
binnen een paar seconden vochtig warm wordt
en hij denkt ‘vanavond in hun bed denken ze stuk voor stuk, allemaal, aan mij,
aan de koning van de Jimmy en zei weten net als ik; morgen is er gewoon weer zo’n dag!’

vandaag is hij de koning
een ongekroonde koning
de komende vier dagen op een rij
is hij gewoon de koning
een ongewone koning
de koning van de Jimmy
dat is hij

De ochtend na de laatste avond staat hij op het plein met de tranen in zijn ogen stil te kijken
hoe zijn felgekleurd paleis met grof geweld wordt afgebroken
zijn persers, de rolbaan: binnen no-time zijn ze klaar
als hij zijn hand dan uit zijn broekzak liggen in de palm de verpakte over de datum condooms te prijken
en als de truck het plein afrijdt zegt hij: ik ben de koning van de Jimmy
tot volgend jaar

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Zonder pardon

Zonder pardon

de buurman veegt vol vlijt zijn stoepje
driftig wordt de heg gesnoeid
‘t onverwacht gegroeide groepje
tulpen wordt bruusk uitgeroeid

met frons stoot hij, voorzien van veger  
duivennesten uit de goot
en wenst de beesten, niets integer
hardop vloekend ziek en dood

alle blaadjes op een hoopje
zo gaat dat een hele poos
de wind neemt steeds met hem een loopje
en dat maakt de buurman boos

plots begrijp ik het gegeven;
bij wie het om houvast draait
die heeft al een heel zwaar leven
als de wind zonder pardon
de blaadjes van de bomen waait 

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Appel

Appel

je schilt een appel
snijdt hem dan in twee
perfect gelijke helften
neemt een slokje van je thee
en zonder op te kijken
snijd je dan de halve appel in
vier kleine partjes
en in je ogen zie ik hoe een zin
die loodzwaar weegt
in jouw gedachten als een kwartje
in een spaarpot valt
hoe je hem vliegensvlug parkeert
en achter deuren stalt
en hem samen met de schillen van de appel
in één adem van de tafel veegt

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Tegels

Tegels

wij hebben hele mooie tegels op ons terras
met zo’n Portugees patroontje en in het gras
staat dan zo’n hele dure zitzak, naast een zeer inheemse plant
bij de openslaande deuren van de tuin naar de kamer, want
dat past zo prachtig bij de keuken, met zo’n Italiaans fornuis
dat precies dezelfde kleur heeft als de voordeur van het huis
die precies dezelfde kleur heeft als de leuning van de trap
die weer precies dezelfde kleur heeft als de spijkers in de kap
het is ontworpen door een heuse architect
oh, het is perfect!

en komt er iemand op visite, dat gebeurt niet vaak, maar toch
die krijgt dan zelfgebakken cake op een schoteltje van Villeroy en Boch
en als ons hooggeëerd bezoek dan na een half uur weer gaat
dan gaat wat vuil is in een zeer geruisloos ecofriendly vaatwasapparaat
en op de fruitschaal in de keuken ligt een hele dure ui
die precies dezelfde kleur heeft als het leer van de fauteuil
dat precies dezelfde kleur heeft als het vloerkleed van damast
dat weer precies dezelfde kleur heeft als de schroefjes in de kast
geen bij elkaar geraapte boel maar elk onderdeel
is deel van het geheel

en als we ’s avonds in de zithoek naar iets kijken op TV
dan kleurt het stucwerk op de muur daarachter prachtig met de filmbeelden mee
en met de Dolby Surround Sound is het helemáál een feest
met elk reisprogram is’t net alsof we zelf in Marokko zijn geweest
we hoeven nooit meer op vakantie, sinds we wonen in dit huis
met ons Portugees terrasje en ons Italiaans fornuis
dat precies dezelfde kleur heeft als de leuning van de trap
die weer precies dezelfde kleur heeft als de spijkers in de kap
en eten we ’s avonds met z’n tweetjes aan een lange tafel ons diner
en we kijken uit het raam en we zwijgen heel voldaan en heel tevree
en de groene accessoires lopen over in het verse voortuingroen
dan kan ik me toch, het spijt me, van de algehele indruk niet ontdoen
dat als ik kijk naar alle huizen in de rij?
dat er niemand zo gelukkig is als wij

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Het donker

Het donker

kunnen we misschien heel even praten?
ik weet je hebt het druk en weinig tijd
maar er is steeds iets dat onaangekondigd als een koude windvlaag
langs mijn ruggenwervel glijdt
het is een donker en het vult soms heel de kamer
en als een dier dat ergens ritselt in de struiken
kan het vanuit het niets onaangekondigd duiken op het licht dat leeft hierbinnen
het gaat zijn gang
als ik het laat dan zal het glansrijk van me winnen ben ik bang

kunnen we misschien heel even praten?
ik weet je hebt het druk en bovendien
het is iets dat van binnen aan me vreet en dat is aan de buitenkant
vast niet te zien, maar
er is een donker en het vult soms heel mijn lichaam
als het één vinger krijgt neemt het de hele hand
het kwam hier ongevraagd te landen en van binnen
gaat het maar zijn gang
als ik het laat dan zal het glansrijk van me winnen ben ik bang

straks heeft het al wat zich verwondert van nieuwsgierigheid ontdaan
en heeft het al wat praatte ieder geluid ontzegd
heeft het alles wat in mij bewoog zorgvuldig lamgelegd
en heeft het licht in mij in feite nooit bestaan
want

’t is zelden dat we echt nog even praten
we hebben het zo druk en bovendien
het is iets dat vanbinnen aan me vreet en dat is aan de buitenkant
gelukkig
niet te zien

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Golven

GOLVEN

de vogels zwemmen naar de bomen
onder onze voeten verdrinkt het gras
de auto’s en de huizen worden boten
de maan en de sterren drijven in een plas
het razen van de golven in de verte
langzaam verandert elk raam
in een patrijspoort met zich op de straten
op de bodem van een stille oceaan
Lucy tekent lijnen in een plakboek
en Stijn tuurt stoïcijns naar de tv
het water al tot boven de knieën
de stad verandert langzaam in een zee

en als alles wat hen bindt begint te drijven
roept geen van hen om hulp of rijkt een hand
in hun stoelen als twee levenloze lijven
op de bodem van dit vreemde land

daar komen de golven
daar komt de rivier
flikkerende beelden en eindeloze lijnen
daar komen de golven
daar komt de rivier
en het water doet de stilte zelfs verdwijnen

© Elke Vierveijzer

Elke Vierveijzer
Pas op

PAS OP

Pas op!
Daar komt een ding aan met verdriet
een heel zwaarmoedig hart in een heel zwaarmoedig wezen
het heeft stekels en het bijt
het is vlijmscherp en het snijdt
verstop je onder stoelen
ren hard weg of maak je klein
ik heb gelezen dat het vreselijk besmettelijk kan zijn

Pas op!
daar loopt een ding, ’t is in de rouw
het wiebelt en het strompelt, ’t is een wankel kwakkel wezen
één woord en het verbleekt
één duwtje en het breekt
de moeite van het troosten
nee, begin er maar niet aan
straks helpt het niet en zul je zien heb jij het nog gedaan

daar komt het aan, vlug praat over het weer
pak iets uit je tas en zeg: tjee, is het al zo laat?
doe alsof er voor het raam een potloodventer staat of
de koningin, een eenhoorn, een piraat met een geweer
doe alsof je door een aangezichtsverlamming niet meer praat
hou net te lang je adem in en stort ter aarde neer
maar vraag in godsnaam niet of het wel gaat

straks zegt het ‘nee’ en legt het zo zijn hart op tafel
straks stort het heel zijn hart nog bij je uit
kijk maar achteloos omhoog en hou je snavel
en maak vooral zo min mogelijk geluid

Let op, kijk,
Het ding krijgt geen contact
het staat daar in z’n eentje met z’n pijn alleen te wezen
’t zei ‘krak’ en het begaf
kijk, nu druipt het langzaam af
pak de taart en laat een vreugdevuur ontsteken!
niemand hoeft z’n energie erin te steken
het gevaar, hiep hiep hoera!
het gevaar dat is
voor nu althans
geweken

© Elke Vierveijzer

Elke VierveijzerComment
Verzamelplaats

VERZAMELPLAATS

mijn lichaam is een huls
leeg, schoon
gewoon een lichaam
met het rijzen van de zon sta ik op
in kalmte
alles rein
alles simpel, klein
maar zet ik één stap buiten
dan is het steeds hetzelfde liedje met hetzelfde refrein
één stap en daar ben jij
daar is het lichaam van de wereld dat botst met dat van mij

het neemt me over
alles wat ik tegenkom dat neemt en dat verovert een stukje in dit lijf
het wordt een stapel; één blik, één zucht
één vuiltje aan een verder vlekkeloze lucht
één scheldwoord, iemand stoot me aan op straat
de teleurgestelde rimpels in een leeg gelaat
het wordt een stapel; bovenop het één het ander
een dromerig gezicht dat in een poel van spijt verandert
het sijpelt ongefilterd langs mijn spieren
langs mijn vaten, mijn knopen en mijn klieren
en als het dan mijn bloed bereikt
dan vult het gaandeweg de dag óók de gaten en de kieren
alles neemt zijn ruimte
elk aanraken, elk contact
het heeft zichzelf als teer aan mijn ingewanden vastgeplakt
het wordt een stapel
mijn lichaam is een huls
en aan het einde van de dag is die tot de nok gevuld
mijn darmen verwrongen
mijn longen voelen aan als petflessen, ingedeukt
alsof wie er ook voorbijkwam zijn hete sigarettenpeuk er achteloos in doofde

ik geloofde en geloof nog steeds
dat wat we samen delen wordt uiteindelijk juist meer
maar voor samen delen moet je heen en weer
en ik zit op de route van het éénrichtingsverkeer
en was mijn lichaam eerst een tempel
nu is ze vervuild
ik heb haar kalme, koele ruimte voor het afval van de wereld ingeruild
ja, dat is wat ik ben: een vuilnisbelt van haast
ik voel me een verzamelplaats van andermans belangen
van de hardheid van wie niet meer voelt
de angsten van de bange
ik leef voor twee
ontmoet ik jou dan neem ik als ik weer vertrek
onbedoeld een stukje van je mee
als een onderhuids verbond
jij kijkt me aan en ik verander in een spons
een erecode: wat van jou is wordt van mij
en daarmee is het dan plotseling van ons

en bij het vallen van de avond
het doven van het licht en het verstommen van de ruis
neem ik al wat gaandeweg van mij werd
in de aangename stilte van het donker mee naar huis
weg van de haast, de scherpe lijnen
weg uit een wereld niet de mijne
mijn deuren zijn gesloten
maar opnieuw moet wat vervuild werd
opgeruimd en schoongespoten
begin ik boven aan de stapel
het eerste wat ik tref
ik pak het vast en nadat ik het heb ontmanteld
heb ik het zachtjes naast me neergelegd
daar zit ik dan
ik huil de tranen van een ander
zo demonteer ik van de stapel elk deel
ik maak me leeg en ik veranker
en zo reinig ik mijn lijf als in een badhuisritueel

ik vul jouw leegte en ik dans met jouw geluk
ik lijm de barsten in jouw leven want je viel het stuk
ik droom jouw dromen en ik zucht
ik zeg de woorden die jij zweeg en dan adem ik jouw lucht
totdat alles is verwaaid
totdat alles is getroost
totdat alles is geaaid
dan kijk ik naast me
de zon ging zwijgend onder
daar ligt het pakje dat ik in mijn handen kreeg
ik verpakte het in liefde, nu zit ik zonder
mijn lichaam is een tempel en die tempel is nu leeg
en met een nieuwe dag
weer hetzelfde gedonder
mijn lichaam leent zich, mijn hoofd, mijn armen en mijn buik
het is een net zo grote vloek alsook een wonder
een verzamelplaats, ik ben een doorgeefluik

mijn lichaam is een huls
leeg, schoon
gewoon een lichaam
met het rijzen van de zon sta ik op
in kalmte
alles rein, alles simpel en klein
maar zet ik één stap buiten
dan is het steeds hetzelfde liedje met hetzelfde refrein
één stap
en daar ben jij
daar is het lichaam van de wereld
dat botst met dat van mij

© Elke Vierveijzer

Elke VierveijzerComment